De stad der toekomst
(IV slot) Het leven in de wijk zal nooit dat schoone, gevarieerde organische geheel kunnen worden, waarop de structuur van den mensch oorspronkelijk is ingesteld, omdat de mensch er niet werkt en ook omdat er het wezenlijke contact met de natuur ontbreekt, want het ...
De stad der toekomst¹)
(I) „En God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt en vervult de aarde en onderwerpt ze en hebt heerschappij over de visschen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt".Dit is Gods cultuur-opdracht a ...
De stad der toekomst
(III) Volkomen terecht ziet men de machtsconcentratie der wereldstad als noodzakelijk voor deze prestaties, waarmee de mensch zich een naam maakt op de aarde.Maar onmiddellijk blijkt toch ook de armoede van de massa, want de kunst kan er nauwelijks op de bee ...
De stad der toekomst
(II) De bouwers van nu willen de ideale wereldstad en - verzekeren uitdrukkelijk, dat zij geen utopie najagen. - Zij binden den strijd aan tegen de misstanden in de liuidige wereldsteden en zij zien die misstanden heel scherp.Men predikt een sociale progress ...